MOSASAURUS

Het jongste deel van het Krijttijdperk is genoemd naar de stad Maastricht: het Maastrichtien. Tegelijkertijd met mosasauriërs in zee leefde de Tyrannosaurus in wat nu Noord-Amerika is. De mergels van de Sint-Pietersberg en omgeving getuigen van een subtropisch warme zee, met een heel rijke flora en fauna die in grote trekken vergelijkbaar is met die van de Caraïben vandaag de dag. Die zee is inmiddels al lang en breed verdwenen en van de mosasauriërs bestaat er geen spoortje meer, buiten hun skeletten. Van de Sint-Pietersberg bij Maastricht kennen we ‘Bèr’, een bijna 14 meter lange mosasauriër met een eigen glazen huis op de binnenplaats van het Natuur Historisch Museum, maar ook ‘Carlo’, ‘Kristine’ en ‘Lars’. Deze laatste werd in april 2015 ontdekt in de ENCI-groeve en wordt inmiddels stukje bij beetje onttrokken aan de kalk voor het oog van het publiek in het Sciencelab van het Natuurhistorisch Museum Maastricht. Het gaat hierbij om een nog niet-volgroeide mosasauriër.  Al In oktober 1778 werd eenzelfde type fossiel opgegraven in de gangenstelsels van de Sint-Pietersberg. Men had toen geen enkel idee om welk type dier het ging. Maar over één ding was men het wel eens: het ‘Grand Animal de Maestricht’ moest en zou naar Parijs. In 1795 nemen de Franse revolutionaire troepen deze schedel als buit mee naar Frankrijk. Later werd duidelijk dat dit een uitgestorven hagedisachtig reptiel ging waarvoor de naam Mosasaurus hoffmanni werd ingevoerd. Dit exemplaar is nog steeds te zien in het Musée national d’Histoire naturelle in Parijs. ‘Lars’ blijft hier en krijgt straks zijn vaste plek in het museum, nadat het hele verhaal van zijn leven en dood is uitgeplozen. Eén ding is daarbij zeker: Maastricht zal tot in lengte van dagen trots kunnen zijn op zijn Mosasaurus.